kunstwerken restaureren

‘Restaureren is innoveren’

Van Dieric Bouts tot Sol LeWitts Wall Drawings of Victor Horta’s Wolferswinkel: het Belgische IPARC restaureert op topniveau kunstwerken uit publieke en private collecties, zoals de Phoebus Foundation. Nu de coronadip achter de rug is, lonkt het bedrijf openlijk naar het Midden-Oosten voor groei. COLLECT sprak met oprichter en ceo Leen Gysen.

TEKST: Thijs Demeulemeester

U moet niet verwachten dat u op Open Bedrijvendag bij IPARC (International Platform for Art Research and Conservation) binnen zal kunnen: het kunstrestauratiebedrijf in Kampenhout houdt de deuren liever dicht voor pottenkijkers. Logisch, gezien de precieuze kunstwerken en kunstobjecten die hier een behandeling krijgen.

Als we er aanbellen, wordt net een kunsttransport geladen met de gerestaureerde schilderijen van de historische thermen van Spa. “Het doet toch raar om die te zien vertrekken”, geeft Leen Gysen toe. “Ze lagen hier maandenlang in het atelier beneden. Het ziet er wat leeg uit vandaag, want ook de gouverneursportretten voor het Brugse Provinciehuis en twee monumentale werken voor het Museum van Doornik zijn net weg.”

Gysen is zelf geen restaurateur, maar wel de medeoprichter en ceo van het grootste private kunstrestauratiebedrijf van Vlaanderen. Haar IPARC werkt voor musea en overheden, maar ook voor kerkfabrieken, galeries zoals Xavier Hufkens en privéverzamelaars, onder wie Fernand Huts en vele anderen. “Er werken nu 13 mensen bij ons in België, pre corona waren dat er nog twintig. Maar met de opdrachten die nu in de pijplijn zitten, halen we in 2025 weer de cijfers van voor corona”, zegt ze.

Als we samen in het atelier rondlopen, herkennen we een schilderij van Suzanne Valadon, een Michaelina Wautier en enkele textielkunstwerken die op de Vlaamse Topstukkenlijst staan. “Momenteel zijn we ook bezig met een hele reeks werken voor Museum M in Leuven”, vertelt Gysen. “Zij maken dit jaar een nieuwe opstelling van hun vaste collectie.”

L’histoire se répète: IPARC is in 2011 ontstaan in de schoot van Museum M.
“Met name dankzij wijlen Veronique Vandekerckhove, de directrice die de transitie van Museum Vander Kelen-Mertens naar Museum M begeleidde. Omdat er toen veel werken uit de vaste collectie uit de reserves kwamen, was een grootscheepse restauratiecampagne nodig. Het museum zette verschillende specialisten aan het werk, waaronder mijn man, David Lainé, die toen al tien jaar zelfstandig schilderijenrestaurateur was.