faber porselein

Hoe Frédéric Faber de beau monde veroverde

Toen Willem I in 1815 koning werd van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, wilde hij zijn hof een grandeur geven die paste bij een Europese grootmacht. Er was alleen één probleem: Nederland had geen noemenswaardige porseleinproductie meer. In deze leemte sprong Frédéric Théodore Faber (1782-1844), een Brusselse kunstenaar met een uitzonderlijk talent voor porseleinschilderkunst. Hij wist niet alleen de gunst van de koning te winnen, maar groeide uit tot een van de meest invloedrijke porseleinschilders en -fabrikanten van zijn tijd.

TEKST: Peter van der Waal 

Op 21 maart 1815 werd Willem Frederik Prins van Oranje-Nassau (1772-1843) te Brussel ingehuldigd als Koning Willem I. Hij was de eerste en meteen ook laatste soevereine vorst van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden met een grondgebied dat Nederland en het huidige België omvatte. Het was van belang dat dit nieuwe en uitgestrekte koninkrijk en het bijbehorende hof, dat op toerbeurt in Brussel en Den Haag zetelde, ook op cultureel en artistiek gebied op waardige manier zou worden gerepresenteerd. Op het gebied van het porselein was er in het nieuwe koninkrijk echter een leemte ontstaan door het wegvallen van de Noord-Nederlandse porselein-fabrieken. Het was de verdienste van Frédéric Théodore Faber dat hij als porseleinfabrikant en porseleinschilder de gunsten van de koning wist te trekken en in intensief contact met de koning de genoemde leemte wist op te vullen. Zo werd Faber een bijzonder interessante figuur binnen de geschiedenis van het Europese porselein.