Van Pierre Alechinsky tot Suchan Kinoshita, van de Prix de la Jeune Peinture Belge tot de Belgian Art Prize. Al 75 jaar deint de oudste en grootste Belgische kunstprijs mee op de golven van onze nationale beeldende kunsten. Soms zijn de wateren woelig, vandaag lijkt de prijs in een stroomversnelling te zitten. De verjaardag is de perfecte aanleiding voor een terugblik op een boeiende geschiedenis, een aandachtige blik in de spiegel en een hoopvolle vooruitblik naar de toekomst.
Het is een bewogen geschiedenis, de 75 jaren waarin de BelgianArtPrize in tal van gedaantes uitgereikt werd. De prijs bevindt zich namelijk al net zo lang op een druk kruispunt tussen verzamelaars, mecenassen, critici, kunstenaars en kunstinstellingen. De BelgianArtPrize, kortweg BAP, weerspiegelt al sinds 1950 wat deze spelers bezighoudt en welke belangen ze behartigen. De prijs is dan ook een uitstekende graadmeter van de Belgische beeldende kunstwereld.
Bladeren we terug in die geschiedenis, dan lezen we een fascinerend verhaal met in de hoofdrol opkomende kunstenaars die later gevestigde waarden zouden worden, en veelbelovende figuren die weer in de luwte verdwenen. Toptalent dat in het buitenland al erkend was maar bij ons over het hoofd werd gezien, en geëngageerde kunstenaars die met de vuist op tafel sloegen. Maar het is ook een historie van gepassioneerde verzamelaars en voorzitters, trotse en soms ontgoochelde sponsors en kunstminnende edellieden en critici.
Ter ere van de het jubileumjaar wil de BelgianArtPrize al die spelers dit najaar samen aan tafel krijgen voor een symposium.