satan in de kunst

Satan, de belichaming van het kwaad

TEKST: Anne Hustache

Grijnzend, met afzichtelijke gelaatstrekken, gehoornd en zwaar behaard, stinkend en weerzinwekkend … De duivel verenigt in zich alles wat lelijk is. Niemand is afstotelijker, althans voor de meesten van ons. Sommigen, zoals ooit Félicien Rops, vinden hem juist fascinerend. Spreekt men immers niet over ‘duivelse schoonheid’? Wat is trouwens verleidelijker dan de verboden vrucht? Sinds het prille begin heeft de mens de wereld gezien als doordrongen van zowel heilzame als destructieve krachten. In de oudheid konden bepaalde goden beide zijn. Zo was de Egyptische godin Hathor niet alleen een liefdesgodin maar ook een destructieve leeuwin.

De duivel, zoals onze cultuur hem graag typeert, krijgt pas echt vorm met de joods-christelijke religie, die hem pal tegenover de figuur van God plaatst. Oorspronkelijk zou hij een gevallen engel zijn geweest. Satan of Lucifer, zoals hij ook wel wordt genoemd, is de verpersoonlijking van alle onvolmaaktheden van deze wereld. Zijn fysieke verschijning nam vanaf de middeleeuwen een ronduit weerzinwekkende vorm aan, maar hij kan ook de trekken aannemen van een knappe en verleidelijke jongeman, die het kwaad in hem listig weet te verbergen. Félicien Rops verleende hem een menselijke vorm en een ongelofelijke aantrekkingskracht, zoals ook te zien bij veel hedendaagse kunstenaars.

ANGSTAANJAGENDE WACHTER

De Mesopotamische religie was een van de eerste die het universum afbeeldde als een slagveld waar Goed en Kwaad elkaar bestrijden.