Rolex bindt de strijd aan tegen Frankensteins en flippers. Lange tijd meden luxemerken de tweedehandsmarkt als de pest. Nu rolt Rolex een vintageprogramma uit om die ‘grijze markt’ te stabiliseren.
In april 2024, bij de start van de horlogebeurs Watches and Wonders, deed de ceo van Rolex Genève op zijn grondvesten daveren met uitspraken in het Zwitserse medium NZZ. Jean-Frédéric Dufour, die anders nooit het voorste laat staan achterste van zijn tong toont: “Ik hou er niet van als mensen horloges met aandelen vergelijken. Het zendt de verkeerde boodschap uit en het is gevaarlijk. Wij verkopen dromen, geen beleggingsobjecten.”
Wat Dufour bedoelde: een horloge is anders dan een aandeel. Het stijgt niet systematisch in waarde. Beleggers riskeren dat op een pijnlijke manier te ondervinden.
De winstmarges van de Zwitserse horlogemakers staan onder druk. Of beter gezegd, zijn ‘back to normal’ na twee jaren van excessieve groei als gevolg van covid. Omdat mensen zich tijdens de lockdowns van veel moesten onthouden, staken ze geld in dure horloges. Op de secundaire markt schoten de prijzen door het dak. Veel dure modellen – de Nautilus van Patek Philippe, de Royal Oak van Audemars Piguet en vooral menige Rolex – werden voor hogere bedragen verkocht dan nieuw in de winkel, waar de wachttijd voor nieuwe uurwerken lang kan oplopen. Voor Rolex’ Cosmograph Daytona is er een wachtlijst van vijf jaar. Rolex heeft het moeilijk om de productie te schalen. Het kan de vraag voorlopig niet aan. De consument die niet aan een nieuwe Rolex geraakt, kijkt reikhalzend naar de tweedehandsmarkt.
CERTIFICAAT
Lange tijd meden luxemerken de tweedehandsmarkt, bang als ze waren dat activiteiten daar de verkoop van hun nieuwe producten zouden kelderen.