Afrikaans keramiek kost maar een fractie van maskers of sculpturen. Voor een paar honderd euro kun je al mooie stukken kopen. Behalve Native tonen maar weinig veilinghuizen interesse in die markt. Zorgt Bernard de Grunne voor een kentering sinds zijn Afrikaanse keramiekexpo op Parcours des Mondes? “Als de designwereld deze vormentaal ontdekt, kan de interesse nog fel groeien.”
Van Bernard de Grunne zijn we intussen wel al wat verrassingen gewoon. Op topbeurzen zoals TEFAF presenteert de Brusselse handelaar regelmatig opmerkelijke thematische ensembles met beelden of maskers uit Afrika of Oceanië. Zo pakte hij al uit met ongeziene expo’s rond onder meer Dajak-, Soninke-, Igbo-, Hemba- en kabeja-kunstobjecten. Zijn stands (en goed gestoffeerde catalogi) lokken steevast interesse bij musea. Maar op de jongste editie van Parcours des Mondes in Parijs was de verrassing des te groter, toen hij een selectie Afrikaans keramiek toonde. In de eerste plaats omdat het een kleine nichemarkt is. Maar vooral omdat de prijzen maar een fractie zijn van de maskers of sculpturen waarin de Grunne normaal handelt.
VERKOCHT AAN METROPOLITAN
De aanleiding voor de expositie was de vondst van een set Baganda-vazen, dankzij zijn collega Alan Marcuson. “Ik was meteen geraakt door hun kwaliteit, hun perfecte vormen en hun grijszwarte glans”, zegt Bernard de Grunne