Aan het eind van de achttiende eeuw maakten twee Noord-Brabantse stillevenschilders furore in Parijs, de broers Gerard van Spaendonck (1746-1822) en Cornelis van Spaendonck (1756-1840). Hun weelderige stillevens van bloemen en vruchten, uitgevoerd in miniatuur, maar ook op paneel, op doek en op marmer, vonden gretig aftrek bij de hogere klassen in de Franse hoofdstad en daarbuiten.