Twintig jaar na zijn dood blikt COLLECT terug op het leven en werk van Maarten Van Severen (1956-2005), een van de belangrijkste Belgische ontwerpers, zo niet de belangrijkste. Belgen zijn niet chauvinistisch genoeg, vindt Frederic Hooft. “Met een veiling wilden we Maarten internationaal de plaats geven die hij verdient.”
Op achttienjarige leeftijd leerde Frederic Hooft ontwerper Maarten Van Severen kennen via zijn goede vriend Stefan Boxy, bij wie hij toen een tuinpaviljoen aan het bouwen was. “Het zou niet alleen zijn laatste project worden, maar ook een van de weinige in België en een waarvoor hij niet samenwerkte met Rem Koolhaas”, vertelt de interieurarchitect. “In die context kreeg ik de vraag of ik niets wilde kopen. Zo ontstond de gemeenschappelijke designcollectie van Stefan Boxy en mezelf. Met de stalen tafel, die nog altijd op mijn terras staat, als eerste stuk.”
Volgens Nick Top van voormalig interieurbedrijf Top Mouton vormde de productie van die tafel, net als alle ontwerpen van Van Severen, een huzarenstukje. “Het was allesbehalve vanzelfsprekend om zo’n fijne, lange tafel uit staal te maken, zonder dat die ging doorbuigen”, zegt Top. “Om de toplaag uit polyester aan het stalen frame te bevestigen gebruikten we een doek. Dat je in het eindresultaat kleine witte puntjes zag, kon voor Maarten niet door de beugel. Alles moest tot in de puntjes perfect en uitgepuurd zijn. Als ontwerper bracht hij een synthese van materiaal, esthetiek en techniek binnen de perfecte proporties.”