Als visionaire en fantasierijke iconoclast heeft Panamarenko een volkomen uniek universum in het leven geroepen waarin mechanica en poëzie een sprookjeshuwelijk aangaan. Zijn wonderlijke creaties – vliegende machines, magische tapijten, onderzeeërs en hybride objecten die rechtstreeks uit het laboratorium van een gekke wetenschapper lijken te komen – zien er dan wel fantastisch uit, maar zijn niettemin het resultaat van diep nadenken over de menselijke limieten en hoe die te verleggen.
In het werk van Henri Van Herwegen, beter bekend als Panamarenko (1940-2019), is vliegen niet alleen een hardnekkig streven om de aardse wetten te ontstijgen, maar ook een metafoor voor bevrijding, een verlangen naar oneindigheid. Elk kunstig ontworpen mechanisme maakt deel uit van een breder verhaal: een allegorie van de vrijheid en de verbeelding. Zijn ontmoeting met Joseph Beuys in 1966 was van doorslaggevend belang, omdat het zijn werk verankerde in het domein van de kunst en er tegelijk ook een filosofische dimensie aan gaf. Sindsdien heeft Panamarenko zijn droom met speelse volharding nagestreefd en objecten gecreëerd die, hoewel technisch haalbaar, voorbestemd leken voor een bestaan in een droomachtige wereld waarin het mogelijke en het onmogelijke in elkaar overvloeien.