Ooit werd in het woud van de Gaume, in het meest zuidelijke hoekje van België, een sprookjeshuwelijk voltrokken. De hedendaagse kunst en de wilde natuur vonden er elkaar. Uit dat huwelijk werd het Centre d’Art Contemporain du Luxembourg Belge (CACLB) geboren, een kleine maar zeer dynamische instelling die dit jaar de veertigste verjaardag viert.
Centre d’Art Contemporain du Luxembourg Belge (CACLB) zag het licht in 1984, als een ambulant initiatief dat pendelde tussen de erfgoedsites in de streek. In 1994 vestigde de instelling zich op de locatie van de Grange du Faing, in Jamoigne en in 2007 verhuisde ze naar de archeologische site van Montauban-Buzenol. Het is pas in 2014 dat Espace René Greisch er werd ingewijd. Die bestaat uit vier zeecontainers, opgesteld in de vorm van een ‘+’. Deze structuur telt drie tentoonstellingsverdiepingen, met elkaar verbonden door een buitentrap. Verderop bevindt zich Bureau des Forges, waarop het jaartal ‘1839’ prijkt. Dit telt twee ruimten, onder meer een zolderverdieping met een prachtig houten geraamte.
Op een heuveltop ligt Musée Lapidaire, in 1960 ontworpen door Constantin Brodzki voor de musea van de Gaume. Af en toe zijn er ook hedendaagse werken te zien. Op de site van Montauban kunnen hedendaagse kunstenaars uiting geven aan hun creativiteit in de openlucht. In de Gallo-Romeinse ruïnes en op het terras van het Musée Lapidaire, op de boomrijke esplanade, in de ruïnes van de kolenhallen en aan de vijver waren de afgelopen jaren zeer gevarieerde kunstwerken te bewonderen.
Een bijzondere energie
Vanaf het prille begin heeft CACLB zich ten doel gesteld de beeldende kunsten een plaats te geven op het platteland. Door bewustmaking is de instelling erin geslaagd de kijk van het lokale publiek op hedendaagse kunst te veranderen. Ook de liefhebbers van hedendaagse kunst hebben nu een andere kijk op initiatieven op het platteland. Françoise Lutgen, artdirector van CACLB sinds 2019, verheugt zich daarover: “We willen graag de horizon verbreden van lokale bezoekers die soms denken dat hedendaagse kunst niets voor hen is, dat het een stedelijke kunstvorm is die soms elitair en ontoegankelijk is, en van degenen die een te beperkt beeld hebben van onze regio. Maar hier vind je een artistiek aanbod van hoge kwaliteit, gericht op een breed publiek.ˮ
Lutgen is verliefd op deze plek. Ze wijst op de unieke charme ervan, die werkelijk iedereen bekoort: “Eerst en vooral is het een uitzonderlijke site. Een wilde en weelderige natuur met bossen, beekjes en een vijver. Het is ook een zeer krachtige natuurlijke omgeving, met een bijzondere energie. We willen dat het publiek zijn ogen de kost geeft, luistert, voelt … Het is belangrijk en zelfs noodzakelijk de tijd te nemen om alles te absorberen. Hedendaagse kunst benader je eerst en vooral via de zintuigen, pas daarna komt het intellect aan bod. Bovendien zitten we op een plek waar geen telefoonnetwerk is. Het draait hier allemaal om loskoppelen en het vinden van nieuwe manieren om ons met de wereld te verbinden. Hier zijn we verbonden met kunst, de natuur en de eeuwenoude geschiedenis van een uitzonderlijk stuk erfgoed.ˮ
Ze benadrukt ook dat het succes van deze onderneming niet in de laatste plaats te danken is aan de gedeelde passie van een klein maar zeer hecht team, met als onmisbare steun Audrey Vrydags, directiemedewerker, en Célestin Pierret, regisseur, beeldhouwer en galeriehouder, aan het roer van de Brusselse galerie La Part du Feu. Samen zorgen ze voor het beheer van de ruimte, maar ook het onthaal van de bezoekers die, afhankelijk van hun verwachtingen, een min of meer gedetailleerde toelichting krijgen bij de tentoongestelde kunstwerken.