Dit jaar is het precies 400 jaar geleden dat Rombout Verhulst in Mechelen werd geboren. In onze tijd is het grote publiek hem wellicht ietwat vergeten, maar in de tweede helft van de 17e eeuw was hij de belangrijkste beeldhouwer in de Republiek.
De 17e eeuw was voor de Republiek enerzijds een periode van economische voorspoed. Ook de wetenschap en de kunsten beleefden onmiskenbaar een hoogtepunt. Anderzijds was het een periode van politieke conflicten, slavernij en oorlog. Toen Rombout Verhulst in 1624 in Mechelen werd geboren, was de Nederlandse Opstand nog volop in gang. Het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) was net afgelopen en met name in de Zuidelijke Nederlanden werd tijdens zijn jeugd fel gevochten tussen de troepen van de opstandige Republiek en die van het Spaanse Rijk.
Verhulst woonde in Amsterdam toen dit conflict in 1648 met de Vrede van Münster werd beëindigd. Daar aanschouwde hij met zijn eigen ogen de bloei die de stad op dat moment doormaakte. Verhulst zou de rest van zijn leven in de Republiek blijven en maakte in die periode drie van de vier Engels-Nederlandse oorlogen mee. De derde Engels-Nederlandse Oorlog (1672-1674), die in het Rampjaar begon, springt daarbij het meest in het oog. Verhulst woonde op dat moment in Den Haag en was daar zeer waarschijnlijk ooggetuige van de lynchpartij waarbij de gebroeders De Witt werden vermoord. De praalgraven die Verhulst voor allerlei gesneuvelde zeehelden maakte, zijn stille getuigen van de oorlogen die hij zelf heeft meegemaakt.
Verhulst zat dankzij zijn werk als beeldhouwer opvallend vaak dicht bij het vuur. Hij ontwierp het grafmonument voor Adriaan Clant, een van de Nederlandse onderhandelaars bij de Vrede van Münster. Hij was de belangrijkste ontwerper en uitvoerder van grafmonumenten voor hooggeplaatste militairen, zoals Tromp en De Ruyter, en stond in die hoedanigheid in nauw contact met leden van de Staten-Generaal, die dikwijls als opdrachtgever voor dit soort monumenten optraden, en met de nabestaanden van deze vlootvoogden. Hij leverde werk voor het nieuwe stadhuis op de Dam (thans het Paleis op de Dam), maar tegelijk ook voor stadhouderlijke paleizen als Huis ten Bosch en Paleis Soestdijk. Het verhaal van Rombout Verhulst gaat daarom over meer dan alleen zijn artistieke prestaties. Het is ook een geschiedenis van een migrant die in een jonge natie, die verscheurd werd door interne en externe conflicten en wist op te klimmen tot de absolute top in zijn vakgebied en de hoogste kringen in de Republiek. Zijn verhaal begint in zijn geboortestad Mechelen, waar hij zijn opleiding genoot, en voert ons vervolgens langs zijn andere woonplaatsen: Amsterdam, Leiden en Den Haag.