Roy Lichtenstein, Een stijgende waarde
Nog tot begin februari kunnen we in het BAM, in Bergen, kennismaken met een van de belangrijkste figuren van de kunst uit de 20e eeuw: Roy Lichtenstein. De overzichtstentoonstelling met een honderdtal werken is ingedeeld volgens de favoriete thema’s van de Amerikaanse kunstenaar. Ze laat de verrassend gevarieerde technieken zien die deze beroemde representant van de popart gebruikte. En meteen zetten we ook even zijn marktwaarde in de kijker.
TEKST: CHRISTOPHE DOSOGNE
Geen enkele andere kunstenaar wordt zo sterk geassocieerd met de popart als Roy Lichtenstein (1923-1997), die als schilder bijdroeg tot het ontluiken van het postmodernisme, door zich met name te inspireren op de stripkunst, die pijler van de massacultuur die hij heeft verheven tot een volwaardige kunst. Ondanks zijn historische belang en het feit dat hij ook buiten de wereld van kunstverzamelaars en musea ruime erkenning geniet, hinkte zijn marktwaarde lange tijd wat achterop, terwijl de kunstmarkt de laatste decennia toch een hoge vlucht heeft genomen. Zijn zeer succesvolle tijdgenoot Andy Warhol heeft in sterke mate bijgedragen tot een stijging van de marktwaarde van Lichtenstein, die geruime tijd leek te stagneren. De groei verliep weliswaar langzaam, maar nooit onopgemerkt. Zo organiseerde het Art Institute in Chicago, in samenwerking met Tate Modern, in 2012 een grote overzichtstentoonstelling over zijn oeuvre. Meteen kwam het tot een aanzienlijke stijging van de veilingresultaten. Een door het Londense bedrijf Pi-eX gepubliceerd verslag gaf een analyse van de resultaten behaald met werk van Lichtenstein op avondveilingen bij Christie’s, Sotheby’s en Phillips in de periode 2007-2019. Net als rivaal Artprice constateerde Pi-eX dat het grootste aantal werken van de hand ging in 2013, nog steeds het meest succesrijke jaar voor Lichtenstein.”
Moderne klassieken
Een halve eeuw na de creatie wordt het figuratief werk van Lichtenstein beschouwd als een klassieker van de 20e eeuw. Op veilingen gaan de werken van de hand voor miljoenen dollars. Toch richten die werken zich tot het grote publiek. Sommige sterren van de popart gebruikten graag typisch Amerikaanse symbolen. Anderen verwerkten in hun oeuvre alledaagse consumptieproducten, als boodschap voor de samenleving. Die cultbeelden raakten wijdverspreid, dankzij het zeefdrukprocedé dat de kunstenaars gebruikten. De popart richt zich dus logischerwijs tot de grote massa van consumenten (88 % van Lichtensteins verkochte werken zijn multipels). Unieke werken daarentegen zijn dermate duur dat ze voor de meeste liefhebbers gewoon onbetaalbaar zijn. Bemiddelde liefhebbers zijn vooral geïnteresseerd in de historische werken uit de jaren 1960 en 1970, waarvan de onderwerpen en de stijlkwaliteit zeer uiteenlopend zijn. Lichtenstein behoorde in de jaren 1960 tot de avant-garde van de popart, maar hij was ook een van de eerste ‘postmodernen’ die er plezier in schepte bekende werken uit de kunstgeschiedenis een heel eigen invulling te geven. Bijna even bekend als zijn op stripverhalen geïnspireerde taferelen met rasterpunten zijn de stillevens, landschappen en portretten geïnspireerd op grote moderne meesters, zoals Matisse, Picasso en Léger. Ook die scoren bijzonder sterk op de kunstmarkt.
Benchmark
Aan het einde van de jaren 1980 brachten werken van Roy Lichtenstein al vlot meer dan een miljoen dollar op. In de jaren 2000 raakte alles in een stroomversnelling. In 2002 werd de kaap van $ 5 miljoen overschreden, in 2005 die van $ 10 miljoen en in 2012 die van $ 40 miljoen. In 2015 werd het huidige record van $ 85 miljoen gevestigd. Deze spectaculaire stijging maakt van Lichtenstein een benchmark voor de kunstmarkt. Sommige van zijn schilderijen zijn nu evenveel waard als een Picasso of een Monet. Toen in mei 2012 de kaap van $ 40 miljoen (€ 31 miljoen) werd overschreden, overtrof hij zelfs de Franse impressionist Claude Monet als topper van het jaar. Het werk ‘Sleeping Girl’ (1964), behorend tot een reeks van op stripverhalen geïnspireerde sexy figuren, bracht bij Sotheby’s in New York meer op dan een van de bekendste reeksen uit de kunstgeschiedenis, de ‘Waterlelies’ van Monet. Een en ander getuigt ook van de verjonging van de kunstmarkt, waar een meester nog altijd een meester is, of die nu tot het impressionisme dan wel tot de popart behoort. Het koperspubliek hecht evenveel waarde aan de naoorlogse en hedendaagse kunst als aan de moderne kunst.
Wereldwijde vraag
Dit eerste record en het volgende ($ 85 miljoen – € 79 miljoen), in november 2015 behaald bij Christie’s in New York, zijn te danken aan de groeiende belangstelling voor Lichtensteins werk. Die belangstelling is wereldwijd, niet alleen bij het Amerikaanse, maar ook bij het Europese en zelfs het Chinese koperspubliek. Een en ander versnelde nog in 2013, toen de reeds vermelde overzichtstentoonstelling plaatsvond en Lichtenstein de op zeven na duurste kunstenaar ter wereld werd, met een jaaropbrengst van $ 140,5 miljoen (€ 120 miljoen) en 20 veilingresultaten van meer dan $ 1 miljoen. Zo ging op 15 mei een werk uit de latere periode, ‘Nude with Yellow Flower’ (1994), de deur uit voor € 16 miljoen ($ 21 miljoen). De marktwaarde van de latere werken volgt nu dus die van de historische werken. Zo ging op 10 juli laatstleden ‘Nude with Joyous Painting’ (1994) in New York van de hand voor $ 40,5 miljoen (€ 35,8 miljoen), op de bij Christie’s gehouden veiling ‘One: A Global Scale of the 20th Century’. Dit bevestigt nog maar eens de algemene en gestage stijging van Lichtensteins marktwaarde.
Betaalbaar?
Tegenwoordig kun je nog altijd voor een paar duizend euro een authentiek werk van Roy Lichtenstein in huis halen. Vanaf het einde van de jaren 1940 creëerde Lichtenstein immers ook gravures. Die zijn goed voor ongeveer de helft van wat er ter veiling wordt aangeboden. In de jaren 1960 maakte Lichtenstein zelfs steeds meer gravures, zoals ‘Cathedrals’ en ‘Haystacks’, geïnspireerd op Monet. Daarna zou hij min of meer jaarlijks een nieuwe reeks creëren, steeds speurend naar technische innovaties in gereputeerde ateliers. Hij gebruikte ook verschillende dragers (bladen van plastic, metaal of papier) en beproefde uiteenlopende technieken, soms zelfs op één en hetzelfde blad (zeefdruk, litho, ets, houtgravure, enz.). De meest gewilde prenten gaan tegenwoordig vlot van de hand voor meer dan € 10.000, op voorwaarde dat ze gesigneerd en genummerd zijn, en de oplage minder dan honderd exemplaren bedraagt. Werken die minder dan € 5.000 kosten, zijn meestal gesigneerde lithografische affiches. Zo ging op 6 oktober laatstleden ‘Mirror’ (1990), een zeefdruk in kleur (nr. 14 van 28) uit de ‘Harvey Gantt Portfolio’ in het Weense Dorotheum van de hand voor € 4.500. Wie een beetje zoekt, zal wel enkele minder dure genummerde litho’s uit een reeks van 250 exemplaren weten te vinden, maar net als de unieke werken worden ook de multipels van Roy Lichtenstein doorgaans steeds duurder. Het voorlopige record staat op naam van ‘Vicki! I — I Thought I Heard Your Voice’, een prent (porseleinemail) op staal uit 1964, met een oplage van acht exemplaren. Deze vierkante prent (106,7 x 106,7 cm) werd in november 2015 bij Sotheby’s, in New York, afgehamerd op $ 6,2 miljoen (€ 5,8 miljoen). Betaalbaar kun je dat niet meer noemen.
BEZOEKEN
‘Roy Lichtenstein. Visions multiples’
BAM
Bergen
www.bam.mons.be
t/m 07-02
Ontdek de andere artikels uit het novembernummer hier of mis geen enkel nummer en abonneer je nu!